Wetenschappelijk overzicht over darmspoelen

Darmspoelen, ook wel Transanale irrigatie (TAI) genoemd, is een goed gedocumenteerde en veilige therapie voor darmgerelateerde problemen. Tegenwoordig is therapietrouw het grootste probleem bij darmspoelen en dit kan worden verbeterd door meer kennis over welke patiënt het meest geschikt is voor darmspoelen. Training van patiënten en nauwgezette follow-up met digitale ondersteuning tijdens het opstarten kunnen ook de therapietrouw vergroten.

Darmspoelen stimuleert en ondersteunt de stoelgang door water via de anus in het rectum in te voeren. De therapiekeuze moet individueel worden bepaald, afhankelijk van de verdraagbaarheid ervan en de behoeften van de patiënt. Kenmerken van darmspoelen kunnen het gebruik van een rectale katheter met een ballon of een conus, een gecoate of niet-gecoate katheter, het variëren van het volume van de irrigatievloeistof, het variëren van de snelheid van de irrigatievloeistof en handmatige of elektronische bediening bevatten.

Oorspronkelijk werd darmspoelen gebruikt voor kinderen met darmstoornissen.1 Aangemoedigd door de positieve resultaten, werd darmspoelen gebruikt bij volwassen patiënten met defecatiestoornissen bij wie conservatieve behandelingen hadden gefaald.2,3 Tegenwoordig is er een toename van het toepassen van darmspoelen bij zeer symptomatische patiëntengroepen met anorectale symptomen.4

Specifieke scores voor darmsymptomen na het gebruik van darmspoelen zijn gelijk aan of minder dan de scores die worden ervaren bij conservatieve darmbehandeling.5 Veel symptomen, zoals zweten, hoofdpijn en blozen, zijn geassocieerd met autonome dysreflexie.5,6 Slechts één geval van autonome dysreflexie is gemeld bij het gebruik van darmspoelen in de studie van Emmanuel.7 Het is ook aangetoond dat anorectale of fysiologische beperkingen de uitkomst van darmspoelen niet beïnvloeden of in de loop van de tijd verslechteren.8 De belangrijkste veiligheidsoverweging die bij darmspoelen wordt vermeld, is darmperforatie. Er is gerapporteerd dat het in twee gevallen per 1 miljoen procedures is opgetreden gedurende een periode van acht jaar.9

Van in totaal 17 onderzoeken en 1.229 patiënten werd het darmspoelen in 53% van alle gevallen als succesvol beschouwd.

Het slagingspercentage varieerde per patiëntengroep met de volgende symptomen; constipatie 45%, fecale incontinentie 47% en gemengde symptomen 59%.10 Wanneer darmspoelen wordt vergeleken met conservatieve methoden, dan hadden patiënten die darmspoelen toepasten:

  • minder klachten van constipatie,
  • minder ontlastingsincontinentie,
  • een verbeterde symptoom gerelateerde kwaliteit van leven en
  • besteden zij minder tijd in vergelijking met andere procedures.5,6,11

Therapietrouw wordt beschouwd als een probleem bij darmspoelen. De uitval in prospectieve korte termijnonderzoeken lag tussen de 25% en 35%.5,6,11 Een langdurig, observationeel onderzoek toonde een korte termijnuitval van 20% na 3 maanden.8 Een andere studie, die op lange termijn opgebouwde ervaring bevatte, vond een algeheel succes bij 47% van de patiënten die een heterogene achtergrondpathologie hadden na een gemiddelde follow-up periode van 21 maanden.12 Er lijkt echter een voortdurend hoog uitvalpercentage te zijn na verloop van tijd, wat een realistische schatting geeft van 35% van de patiënten die darmspoelen nog toepassen na 5 jaar.8 Enkele van de redenen om te stoppen met darmspoelen zijn een onbevredigend effect, het verliezen van de katheter tijdens de procedure en het knappen van de rectale ballon.5,8

Emmanuel et al. suggereren dat de beste werkwijze voor een succesvolle uitkomst van darmspoelen het juist selecteren van de meest geschikte patiënten, het trainen van deze patiënten en een follow-up gedurende de eerste weken vereist. Een internationale database om een ​​beter inzicht te krijgen in de optimale patiëntselectie is een oplossing. Training en follow-up van patiënten kan worden ondersteund met schriftelijke informatie en het gebruik van digitale informatie/apps.13

Onderwerpen