Risicofactoren voor recidiverende urineweginfecties bij kinderen

key:article.publicationhighlight Man Jiang, Jikui Deng, Guanglun Zhou, Shoulin Li en Gang Liu, Kinderurologie, 2022

Deze studie van Jiang et al. is een van de weinige studies die zich richt op de risicofactoren van recividerende UWI's in een grote groep kinderen met een neurogene blaas die intermitterende katheterisatie (IC) toepassen. Het onderzoek bestaat uit een uitgebreide analyse van klinische en urodynamische indicatoren bij kinderen tussen 9 maanden en 12 jaar. Kinderen met een neurogene blaas die last hebben van recividerende UWI's hebben een hoog risico op het ontwikkelen van ernstige nierschade, vandaar de behoefte aan meer aandacht voor dit onderwerp. Deze studie kan nuttig zijn bij het bepalen van behandelingen en proactieve maatregelen om recividerende UWI's te voorkomen. 

Wat is een neurogene blaas?

Men spreekt van een neurogene als er een stoornis is in de blaasfunctie veroorzaakt door een ruggenmergletsel, ongeacht het niveau van dat letsel. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om urineretentie, urine-incontinentie, urineweginfecties (UWI) en vesico ureterale reflux (VUR). Normaal stroomt de urine vanuit de nieren via de urineleiders naar de blaas. VUR is het ongewenst terugstromen van urine uit de blaas via de urineleiders. Uiteindelijk kunnen de hiervoor beschreven problemen leiden tot littekenvorming in de nieren. Als de filters van de nieren (glomeruli) eenmaal littekenvorming vertonen, kunnen ze niet meer worden hersteld. Als het aantal glomeruli die littekenvorming vertonen groot genoeg is, kan dit leiden tot ernstig nierfalen. 

Behandeling van een neurogene blaas

Onmiddellijk nadat de diagnose neurogene blaas is bevestigd, moet een behandeling worden gestart om ernstige complicaties te voorkomen. Intermitterende katheterisatie (IC) is normaal gesproken de aanbevolen therapie en eerste keuze voor blaasmanagement. Het is aangetoond dat IC het risico op schade aan de nieren aanzienlijk vermindert door de druk in de blaas te verlagen om zo schade aan de bovenste urinewegen te voorkomen. 

Recidiverende UWI's bij kinderen

Ondanks de vele voordelen van IC als behandeling van blaasproblemen, brengt het een verhoogd risico op UWI's met zich mee in vergelijking met normaal urineren. Sommige patiënten die IC toepassen hebben recidiverende UWI's. Dit heeft een negatieve invloed op de kwaliteit van leven en betekent lange periodes van antibioticabehandelingen. Anderen hebben echter zelden of nooit recidiverende UWI's. Er kunnen dus bepaalde risicofactoren zijn die het risico op recidiverende symptomatische UWI's verhogen. Het is van het grootste belang om mogelijke risicofactoren te identificeren bij kinderen met recidiverende, symptomatische UWI's. Zo kunnen preventieve strategieën worden ontwikkeld om littekenvorming in de nieren en ernstig nierfalen te voorkomen.

Doel en opzet van de studie

De exacte redenen voor recidiverende, symptomatische UWI's worden niet volledig begrepen. De meningen verschillen of er een direct verband is tussen urodynamische stoornissen en de incidentie van recidiverende UWI's of dat klinische factoren voornamelijk verantwoordelijk zijn. Deze studie heeft tot doel de klinische, demografische en urodynamische risicofactoren te identificeren die geassocieerd worden met de incidentie van recidiverende, symptomatische UWI's bij kinderen met een neurogene blaas. Hiervoor werd retrospectief de klinische informatie van 327 patiënten gediagnosticeerd met neurogene blaas tussen 2014 tot 2018 in het nationale Centrum voor Kindergezondheid in Beijing geëvalueerd. Blaasscans en urodynamische parameters werden verzameld in het begin van de studieperiode en alle patiënten werden gedurende ten minste 1 jaar gevolgd en hadden minimaal twee kliniekbezoeken tijdens de studieperiode. Alle gegevens werden vergeleken tussen de recidiverende UWI (>1,0 UWI/studiejaar) en periodieke UWI (≤1,0 UWI/studiejaar) groepen.

Behandeling van UWI's bij kinderen

De resultaten toonden aan dat kinderen met recidiverende UWI’s een grotere kans hadden op een slechte nierfunctie en dat het daarom van vitaal belang is om recidiverende UWI’s te voorkomen. Het onderzoek toonde ook aan dat oudere kinderen een grotere kans hadden op recidiverende UWI’s. Ook de mate van ruggenmergletsel en hoe lang ze al last hadden van een neurogene blaas waren van invloed. VUR, blaaswanddikte en blaascompliantie bleken ook een direct verband te hebben met de oorzaak van recidiverende UWI’s. Verder concludeerden de auteurs dat klinische en urodynamische kenmerken van de urinewegen in de loop van de tijd kunnen verslechteren bij kinderen met een neurogene blaas en dat het daarom belangrijk is om langdurige follow-up uit te voeren. De auteurs bevelen aan om patiënten met VUR, verhoogde blaaswanddikte en een lage blaascompliantie elke 6 maanden tot 1 jaar te volgen. Ze toonden ook aan dat continue antibioticaprofylaxe niet wordt aanbevolen voor de preventie van UWI's bij patiënten met een neurogene blaas.

Oorzaken van UWI's bij kinderen met een neurogene blaas

Er zijn tegenstrijdige verklaringen over hoe het niveau van het ruggenmergletsel de oorzaken van UWI's beïnvloedt. Deze studie rapporteerde dat een hoge dwarslaesie geassocieerd is met een hoger risico op recidiverende UWI's. Een hogere dwarslaesie is schadelijker voor de spierfunctie, wat zou kunnen leiden tot een hogere risico op VUR en een lagere blaascompliantie.

Kinderen met een neurogene blaas lopen risico op VUR door de toename van de blaasdruk, die de natuurlijke weerstand van de ureterovesicale verbinding overstijgt. Dit zorgt ervoor dat de urine vanuit de blaas terugstroomt naar de nieren. De prevalentie van VUR bij kinderen met recidiverende UWI’s varieert van 20% tot 50%.  Bij volwassenen komt het minder vaak voor. 

De studie toonde aan dat de dikte van de blaaswand een significante factor was voor de incidentie van recidiverende UWI’s, waarbij een dikkere blaaswand werd geassocieerd met een hoger risico op recidiverende UWI’s. Verder werd aangetoond dat een lage blaascompliantie (<10,0) geassocieerd was met een verhoogd risico op recidiverende UWI’s. Blaascompliantie beschrijft de relatie tussen de verandering in blaasvolume en verandering in detrusordruk. Dit wordt over het algemeen beschouwd als een maat voor de uitrekbaarheid van de blaas en is de belangrijkste determinant met betrekking tot het risico van de patiënt op beschadiging van de bovenste urinewegen. 

Eerdere onderzoeken hebben een verhoogd risico op recidiverende UWI's aangetoond bij mensen met obstipatie, maar Jiang et al. vonden in deze studiepopulatie hiervoor geen verband. Ook werd er geen verband gevonden tussen obstipatie en onvolledige blaaslediging. Vermeldenswaardig is overigens wel dat 46% van de kinderen in het onderzoek obstipatie had. Er werd ook geen verband gevonden tussen de frequentie van IC en het risico op recidiverende UWI's. 

UWI's bij kinderen voorkomen

Deze studie heeft een aantal risicofactoren geïdentificeerd voor recidiverende UWI's bij kinderen met een neurogene blaas die speciale aandacht verdienen (oudere leeftijd, hoog niveau van ruggenmergletsel, lange duur van neurogene blaas, aanwezigheid van VUR, verhoogde blaaswanddikte en lage blaascompliantie). Continue antibioticaprofylaxe (kleine doses gedurende lange tijd) leek UWI's niet te verminderen en wordt niet aanbevolen voor de preventie ervan in deze patiëntengroep. Het wordt aanbevolen elke 6 maanden tot 1 jaar kinderen met de aangetoonde risicofactoren op te volgen om recidiverende UWI's en ernstige niercomplicaties te voorkomen. Om dit te bereiken zijn regelmatige klinische en urodynamische onderzoeken belangrijk. 

 

 

Onderwerpen