Multiple sclerose en blaasfunctie

Multiple sclerose (MS) is een chronische neurologische aandoening die de zenuwen in het centrale zenuwstelsel (de hersenen en het ruggenmerg) aantast. Niet alle mensen die het treft zullen dezelfde symptomen ervaren.

 

AID0005210

Bij MS valt het immuunsysteem van het lichaam onbedoeld het myelineweefsel aan. Dit myeline heeft als functie de zenuwvezels in het centrale zenuwstelsel te beschermen en te zorgen voor een correcte overdracht van signalen tussen de hersenen en het lichaam. De aanval van het immuunsysteem beschadigt het beschermende myelineweefsel (demyelinisatie genoemd) en daarmee de zenuwcellen, waardoor signalen niet goed worden doorgegeven.

De schade geeft littekens (sclerose) en kunnen optreden in verschillende delen van het centrale zenuwstelsel. De symptomen die een persoon krijgt, zijn afhankelijk van de locatie en/of het aantal laesies. De meest voorkomende lichamelijke symptomen zijn visusstoornissen, evenwichtsproblemen en duizeligheid, vermoeidheid, blaas-/darmcontinentieproblemen en stijfheid en/of spasmen.

MS kan verschillende soorten blaas- en darmproblemen veroorzaken. Deze problemen houden vaak verband met disfunctie van de onderste ledematen. Mobiliteitsproblemen gaan vaak gepaard met blaas- en darmcontinentieproblemen.

Blaasproblemen

Wanneer de zenuw beschadigd is, wordt de overdracht van signalen tussen de hersenen en het deel van het ruggenmerg dat de urinewegen aanstuurt beïnvloed. MS kan daardoor de opslag- en ledigingsfunctie van de blaas negatief beïnvloeden. De zenuwbeschadiging kan resulteren in een overactieve blaas (OAB). Een overactieve blaas komt vaak voor, waarbij de zenuwbeschadiging resulteert in frequente, oncontroleerbare drang om te moeten plassen, ook al is de blaas niet vol.

Onvolledige lediging van de blaas of een gebrek aan coördinatie tijdens het ledigen kan optreden. Dit wordt detrusor (blaasspier-)sfincter dissynergie genoemd. De spieren in de bekkenbodem en de sluitspier rond de plasbuis trekken spontaan samen tijdens het plassen. Hierdoor sluit de plasbuis, waardoor de blaas niet goed wordt geleegd. De blaas- en sluitspieren kunnen zwak worden, wat kan leiden tot specifieke problemen die bekend staan als overloopincontinentie.

Omdat het ziektebeeld of de progressie van MS onvoorspelbaar is, kan de blaasfunctie ook variëren, wat in sommige perioden problematischer is en in andere relatief gemakkelijk. Het is echter nog steeds erg belangrijk om problemen met het ledigen van de blaas consequent te behandelen, omdat achtergebleven urine kan leiden tot urineweginfecties.

Darmproblemen

Obstipatie, diarree en controleverlies zijn de meest voorkomende darmproblemen bij MS. Omdat de darmen worden aangestuurd door dezelfde zenuwbanen als het urinewegsysteem, kunnen ze ook worden aangetast door MS. De verstoring van signalen tussen de hersenen en verschillende delen van het spijsverteringsstelsel veroorzaken problemen. Bijvoorbeeld een langzamere transittijd van ontlasting door de darm, een verminderd gevoel bij de stoelgang en verminderde controle van de anusspieren. Dat kan leiden tot constipatie en fecale incontinentie.

Blaas- en darmproblemen

Zowel de blaas- als de darmfunctie worden beïnvloed door de schade aan zenuwen in het centrale zenuwstelsel en de ervaren symptomen kunnen onderling verband houden. Blaasproblemen moeten altijd eerst worden behandeld (vanwege de gezondheidsrisico’s voor de nieren) en daarna moeten darmklachten worden uitgesloten. Problemen zoals constipatie kunnen de blaaslediging beïnvloeden of tot urgentie leiden en dienen dan ook aangepakt te worden.

 

Onderwerpen