Zorgverlener én ervaringsdeskundige: Catharina’s openhartige blik op incontinentie

Catharina Bijl is continentieverpleegkundige in het Spijkenisse Medisch Centrum. Naast verpleegkundige is ze ook ervaringsdeskundige als het gaat om continentie. Ze heeft namelijk tijdens een vakantie zo’n 30 jaar geleden een gedeeltelijke dwarslaesie opgelopen als gevolg van een ongeluk met een paard. Hier vertelt ze over het ongeluk en hoe ze omgaat met incontinentie.

Image of Catharine Bijl, nurse

Kan je iets vertellen over je ongeluk? 

Op mijn 25e was ik verpleegkundige neurologie. Samen met mijn man had ik een vakantie naar Ierland geboekt met een huifkar. Zo’n ouderwetse kar met paard en wagen waarin je kan koken en slapen. Mijn idee was dat ze er vast zo’n oud paard van 12 voor zouden spannen die niet vooruit te branden was en dat leek in het begin ook zo. We kregen keurig uitleg van het verhuurbedrijf en een van de medewerkers reed nog een stuk met ons mee om te kijken of alles goed ging. Het was echt heel ontspannen en bedaard.

We stonden op een gegeven moment op een kruispunt om ons heen te kijken waar we heen moesten. Het paard wilde de andere kant op dan wij en mijn man pakte hem bij z’n halster om hem de goede kant op te begeleiden. Toen brak de halster af waardoor het paard schrok en opzij stapte. Mijn man viel op de grond en het paard ging vooruit. Ik reed met de hele huifkar over hem heen. Dus ik dacht “Ik heb hem doodgereden”. Ik raakte natuurlijk ontzettend in paniek en het paard sloeg op hol. Hij rende de velden op waar allemaal muurtjes stonden en ging daar rakelings langs. Aangezien de kar breder is dan het paard, knalde ik keihard met de voorkant van de kar tegen een van de muurtjes. Ik werd echt gelanceerd en belandde op mijn rug. Met mijn man viel het gelukkig mee, hij kon nog achter de kar aanrennen, daar heb ik verder weinig van meegekregen.  

Hoe was de ervaring om in het buitenland in het ziekenhuis te komen liggen? 

Nou dat was bijzonder. Ik werd overgebracht naar een ziekenhuis in Dublin en was nog echt een oud nonnenklooster. Daar lag ik eerst op mijn buik met gebroken ribben in zo’n heel ouderwets rond bed, dat was geen succes. Ik lag ook helemaal vastgebonden. Na een week waren mijn longen stabiel genoeg en kon ik vervoerd worden naar het Amsterdam UMC, toen AMC. Daar bleek dat ik mijn rug gebroken had. Ook waren mijn longen geperforeerd en waren een paar ribben gebroken. Heel heftig allemaal.  

Wat was uiteindelijk de diagnose? 

Helaas heb ik aan het ongeluk een partiële dwarslaesie overgehouden, dat betekent dat ik geen of een grillig gevoel vanaf mijn navel achterlangs naar mijn benen en voeten heb, het zogenaamde “rijbroekgedeelte”. Dat zorgt ervoor dat ik evenwichtsstoornissen en geen blaas- en darmcontrole heb. Om te revalideren ging ik vrij snel na de operatie naar het revalidatiecentrum en heb daar negen maanden gelegen. Ik leerde daar opnieuw lopen en omgaan met m’n incontinentie.  

Hoe was het voor jou om ineens om te gaan met incontinentie? 

In het begin vond ik dat heel moeilijk en het heeft best lang geduurd voordat dat enigszins ging. Normaal als je geplast hebt dan voel je een soort van ontspanning; je merkt dat je blaas leeg is. Dat gevoel had ik niet meer en dat vond ik vreselijk. Een lange tijd heb ik luierbroekjes gedragen en dat leek een goede oplossing, maar uiteindelijk werd de incontinentie tussendoor toch zo erg dat ik een bandje heb laten plaatsen hier in het Erasmus MC. Dan plas je eigenlijk helemaal niet meer zelf. In het begin was het een dagelijkse opgave om te moeten katheteriseren, ik was er de hele dag mee bezig, maar nu helemaal niet meer. Nu katheteriseer ik met LoFric Sense en als mijn blaas leeg is, kan ik weer een tijdje vooruit. Toen ik me dat realiseerde, heb ik het geaccepteerd. 

Welke impact heeft de incontinentie bij jou op intimiteit? 

Dat heeft zeker impact, dat vind ik nog steeds moeilijk om te accepteren, dat minder of geen gevoel hebt, je ervaart het heel anders. In het revalidatiecentrum wordt seks zijdelings besproken en zeggen ze dat het nog steeds net zo plezierig kan zijn. Als je een katheter of verblijfskatheter hebt, is dat best een impact voor sommige mensen. Het is eigenlijk nog een ondergeschoven kindje. Het mag best opener besproken worden. Dat probeer ik ook met mijn eigen patiënten. Eenmalige katheteriseren of een verblijfskatheter kan best een impact hebben, dus je moet het echt met je partner bespreken. 

Wat heeft katheteriseren jou gebracht aan voordelen? 

Vrijheid! Echt waar. Ik begon natuurlijk met een verblijfskatheter en die voel je altijd zitten. Dat zie ik ook bij m’n patiënten. Als dan eenmaal de katheter eruit gaat en de zak van je been gaat dan voelt dat echt bevrijdend. Voor mij was het met name het plaatsen van het bandje in combinatie met katheteriseren. Je hebt geen angst meer voor een natte broek, ik ben ook weer meer gaan sporten. Dat heeft me ook heel veel gebracht. Ik ben bij Roeivalidatie terecht gekomen in Rotterdam, dat is roeien voor mensen met een fysieke beperking. Je traint je benen en armen dan uiteraard vaak en die zijn daar zo sterk door geworden dat ik niet meer in een rolstoel hoefde te zitten. Daardoor kan ik wel dit werk doen, zij het met aangepaste orthopedische schoenen. 

Dus je kan je goed inleven in de patiënten die tegenover je zitten? 

Ja, best heel erg. Ik maak er ook geen geheim van, ik ben een open iemand. Het aanleren is bij mannen toch wat makkelijker dan bij vrouwen, die zetten zich er toch makkelijker overheen. Bij mannen heb je natuurlijk ook maar één gaatje en veel vrouwen weten helemaal niets van hun eigen anatomie onderin. Dat kost gewoon wat meer tijd. Ik leg altijd uit dat het in het begin even wennen is, maar dat het op een gegeven moment gewoon een handeling wordt, net als tandenpoetsen. En we houden altijd even contact naderhand om op te volgen hoe het nu gaat. Dat vinden de mensen echt fijn. 

Wat zijn de dingen die je lastig vindt? 

Vooral dat ik moet denken aan het op tijd naar het toilet gaan. Soms is het druk tijdens het spreekuur, ben je snel even gaan lunchen en dan staat de volgende patiënt alweer klaar. Dan moet ik echt denken “nee, een ander gaat ook plassen, die kan het niet ophouden”. Ik katheteriseer om de 4 uur en daar wil ik me aan houden, ik heb geen zin om weer een blaasontsteking of iets dergelijks te krijgen. 

Maar gelukkig is het echt niet het begin van het einde, ook al denken sommige patiënten dat wel. Het heeft me vooral heel veel vrijheid gebracht. 

 

Voor meer informatie over onze katheters voor vrouwen, klik op onderstaande links:

Meer informatie over LoFric Sense

Meer informatie over LoFric Elle

Onderwerpen