Intermitterend katheteriseren (IC) en darmspoelen kan patiënten met bekkenbodemdisfunctie helpen

Bekkenbodemdisfunctie komt veel voor, maar er wordt niet vaak over gesproken. Het kan leiden tot incontinentie voor urine en/of ontlasting en veroorzaakt een sterk gevoel van taboe en schaamte. Meer nog dan bij andere medische aandoeningen. Niet praten over de problemen, of niet de hulp krijgen die nodig is, kan leiden tot sociaal isolement dat gepaard gaat met een aanzienlijke impact op de geestelijke gezondheid en het welzijn. Daarom is het belangrijk om zowel blaas- als darmproblemen met patiënten te bespreken. In dit artikel vindt u een uitleg over de basisanatomie van de bekkenbodem, een beschrijving van de symptomen en hoe deze kunnen worden behandeld. Desgewenst kunt u deze informatie downloaden en aan uw patiënten meegeven.

Bekkenbodemdisfunctie: hoe blaas- en darmklachten te behandelen

De belangrijkste functie van de bekkenbodem is het ondersteunen van de blaas, plasbuis, vagina, baarmoeder, darm, rectum en anus. Om verschillende redenen kunnen de spieren in de bekkenbodem verzwakt of beschadigd zijn. Dit kan bekkenbodemdisfunctie veroorzaken. Bekkenbodemdisfunctie is een verzameling van verschillende aandoeningen en verwijst naar het onvermogen om de bekkenbodemspieren correct te (ont-)spannen en/of te coördineren. Het beïnvloedt meestal de blaas en darmen met symptomen zoals: 

  • vaak moeten plassen 
  • urgentie om naar het toilet te gaan (voor mictie en/of defecatie) 
  • urine- en/of ontlastingsverlies 
  • problemen met het legen van de blaas of darm 

De blaas en de darm zijn nauw met elkaar verbonden en kunnen elkaar beïnvloeden. Als je last hebt van verstopping, kan het moeilijker zijn om je blaas volledig te legen.

 

POP (Pelvic Organ Prolapse)

Er is sprake van POP (Pelvic Organ Prolapse) wanneer een of meer organen die door de bekkenbodem worden ondersteund uit hun normale positie zijn verschoven of gegleden als gevolg van verzwakt of beschadigd weefsel en spieren. 

Cystokèle

Een cystokèle ontstaat wanneer het ondersteunende weefsel rond de blaas en de vaginawand verzwakt en uitrekt, waardoor de blaas de voorwand van de vagina naar achteren kan duwen. 

Rectokèle

Een rektokèle doet zich voor wanneer de endeldarm uitpuilt tegen de achterste vaginale wand waardoor ontlasting wordt opgesloten en het legen van de darm wordt bemoeilijkt.

 

Vrouwelijke anatomie: In de eerste afbeelding is een gezonde bekkenbodem te zien die de blaas, baarmoeder en darmen ondersteunt. In de tweede afbeelding is een verzwakte bekkenbodem te zien waardoor de organen uit hun normale positie komen te liggen. 

Mannelijke anatomie: In de eerste afbeelding is een gezonde bekkenbodem te zien die de blaas en darmen ondersteunt. In de tweede afbeelding is een verzwakte bekkenbodem te zien waardoor de organen uit hun normale positie komen te liggen. 

Praat met uw arts

Een goede manier om uw symptomen te beschrijven is om een blaas- en/of darmdagboek te gebruiken. Bereid u voor het bezoek aan uw arts voor door de volgende vragen te beantwoorden: 

  • Hoe vaak leegt u dagelijks uw blaas? 
  • Heeft u het gevoel dat u uw blaas elke keer volledig leegt? 
  • Hoeveel keer per dag/per week heeft u stoelgang? 
  • Heeft u het gevoel dat elke keer uw stoelgang volledig is? 
  • Beperken uw blaas-/darmproblemen uw dagelijkse activiteiten? 
  • Helpt u bij het legen, bijvoorbeeld met uw vinger, door te persen, of te wisselen qua toilethouding? 
  • Heeft u pijn tijdens seksuele activiteit? 

Vergeet niet om een lijst van uw medicijnen bij de hand te houden, omdat deze invloed kunnen hebben op de blaas en darmen. 

Hoe symptomen te behandelen?

De eerste behandelingen zijn aanpassingen van de leefstijl, fysiotherapie en/of biofeedback. 

Bekkenbodemsymptomen zoals een overactieve blaas of onvolledige stoelgang blijven meestal bestaan of worden erger als ze niet worden behandeld. In plaats van te leven met pijn en ongemak, kan men het dagelijks leven verbeteren door hulpmiddelen te gebruiken die helpen bij het legen van blaas en darm, zoals producten voor intermitterende katheterisatie en darmspoeling. 

Intermitterende katheterisatie (IC) is een behandelingsoptie wanneer iemand last heeft van: 

  • het onvermogen om te plassen (urineretentie) 
  • onvolledige blaaslediging (urineresidu) 
  • zeer trage of intermitterende urinestroom 
  • urineweginfecties als gevolg van het onvolledig legen van de blaas 
  • een urethrale strictuur of meatusstenose 

Intermitterende katheterisatie wordt beschouwd als de gouden standaard voor het legen van de blaas als dit niet op een natuurlijke wijze lukt. Uw arts of verpleegkundige zal u trainen hoe IC uit te voeren. Het houdt in dat er een klein slangetje (de katheter) in de blaas wordt ingebracht om de urine af te laten lopen. Dit wordt bij urineretentie regelmatig, vaak 4-6 keer per dag, gedaan. Bij andere symptomen kan de frequentie lager zijn. Door u aan het opgelegde schema te houden, kan het urineverlies of het risico op urineweginfecties verminderen en worden de blaas en nieren beschermd. 

Darmspoelen, ook wel transanale irrigatie (TAI) genoemd, is een behandelingsoptie als u last heeft van:

  • (angst voor) ontlastingsverlies 
  • het gevoel dat er iets achterblijft en vaak naar het toilet moet voor ontlasting 
  • het moeten gebruiken van de vingers om te helpen bij het ontlasten 
  • het niet op gang brengen of beëindigen van de ontlasting en daarbij overmatig moet persen 
  • het dagelijks gebruiken van (mini-)klysma's met laxeermiddelen en u zich daar niet goed bij voelt 

Darmspoelen is een manier om te helpen bij het legen van de darmen door water via de anus in de endeldarm te laten stromen. Het water veroorzaakt een peristaltische beweging en helpt zo om het rectum en het laatste deel van de dikke darm te legen. Uw arts of verpleegkundige zal u trainen hoe het darmspoelen moet worden uitgevoerd en geeft u, afhankelijk van uw darmproblemen, advies over de hoeveelheid water die nodig is en hoe vaak u het moet toepassen. Als eenmaal een routine is ontstaan, kunt u zelf bepalen wanneer en waar de darmen worden geleegd worden. Hierdoor zal het risico op ontlastingsverlies en het gevoel van incomplete lediging verminderen. 

Onderwerpen