Wetenschappelijk overzicht van neurogene darmdisfunctie (NDD)

Defecatiestoornissen komen vaak voor bij aandoeningen van het zenuwstelsel, zoals dwarslaesie, multiple sclerose, spina bifida en de ernstige vorm van de ziekte van Parkinson en hebben een grote invloed op het zelfbeeld, persoonlijke relaties en het sociale leven.1,2 De ernst van de aandoening heeft invloed op de ervaren kwaliteit van leven2 en daarom geven getroffen patiënten het verbeteren van de darmfunctie de hoogste prioriteit.3,4 Darmspoelen biedt een goed, niet-invasief behandelalternatief voor deze patiënten.

Neurogene darmdisfunctie (NDD) is de term die wordt gebruikt om disfunctie van de dikke darm te beschrijven als gevolg van een verstoorde peristaltiek, vergrote rectale distensie of slow transit. Daaruit voortkomende symptomen zijn bijvoorbeeld constipatie, een verstoorde ontlasting en fecale incontinentie. De omvang en ernst van het symptoom wordt bepaald door de onderliggende pathologie.

De meest ernstige graad van NDD wordt gezien bij personen met een volledige dwarslaesie van het ruggenmerg.5 De ​​meerderheid van de personen met een dwarslaesie ervaart significante symptomen die verband houden met NDD, b.v. fecale incontinentie (42%)6 en constipatie (39-77%).1,2 Symptomen konden worden geëvalueerd met behulp van de NDD-scorevragenlijst, een gevalideerd instrument waarin de mate van constipatie, fecale incontinentie en de impact daarvan op de kwaliteit van leven wordt gewogen.7

Darmdisfunctie bij mensen met ruggenmergletsel is vaak gerelateerd aan de mate van het letsel. Verwondingen boven de ‘conus medullaris’ resulteren in het bovenste motorneurondarmsyndroom, de zogenaamde hyperreflexische darm. Deze wordt gekenmerkt door constipatie en fecale retentie ten gevolge van een constant aangespannen externe anale sluitspier.8 Verwondingen ter hoogte van de ‘conus medullaris’ en ‘cauda equina’ resulteren in het lagere motorneurondarmsyndroom, de zogenaamde areflexieve darm. Deze wordt gekenmerkt door constipatie en incontinentie als gevolg van een atone externe anale sluitspier en gebrek aan spiercontrole.8,9

Beschikbare behandelingsopties voor NDD zijn meestal ingedeeld in niveaus, afhankelijk van de complexiteit en invasiviteit van de interventie.10

Stap 1

Omvat aanbevelingen voor voeding en drinken, zoals een toename van vezels in de voeding en vochtinname, maar ook een toename van het niveau van lichamelijke activiteit en buikmassage. De interventies worden algemeen erkend en gebruikt alhoewel de wetenschappelijke bewijslast schaars en tegenstrijdig is.11,12

Stap 2

Omvat digitale rectale stimulatie,13,14 het gebruik van zetpillen15 en/of biofeedback. Dit laatste is een training om de anorectale gevoeligheid te vergroten en vereist herhaalde sessies voor goede resultaten16 en het behouden van rectale sensatie. Deze stap is het meest geschikt voor patiënten met minder ernstige symptomen.11

Stap 3

Bestaat uit transanale irrigatie (ook wel bekend als retrograde colonirrigatie, darmspoelen en klysma). De methode heeft een lange geschiedenis17,18 en de effectiviteit is onderzocht voor verschillende patiëntenpopulaties.10,17,19,20

Stap 4

Sacrale zenuwstimulatie door middel van een elektrode.21-23

Stap 5

Antegrade colonirrigatie waarbij irrigatievloeistof wordt toegediend via een stoma.24-27

Stap 6

Implantatie van een sacrale voorwortelstimulator.28-31

Stap 7

Permanent stoma, ook wel bekend als een colonstoma.11,32

Alle behandelingen hebben gedocumenteerde effecten op NDD. Van de minst invasieve alternatieven is darmspoelen een goed gedocumenteerde methode met een gerapporteerde hoge effectiviteit.10,33 Welke behandeling wordt gekozen moet worden aangepast aan de behoeften van de individuele patiënt, waarbij rekening moet worden gehouden met de ernst van de NDD.10

Onderwerpen